In de onlangs door het kabinet gepresenteerde Voorjaarsnota zijn verschillende belastingmaatregelen opgenomen. De plannen moeten natuurlijk nog omgezet worden in wetgeving en door beide Kamers, maar de kans dat ze (ongeveer) in deze vorm uitgevoerd gaan worden, lijkt ons groot. Ze sluiten namelijk goed aan bij breed gedragen wensen.
De wijzigingen die invloed hebben op onze rekentools, hebben we vast geïmplementeerd. Dit gaat vooral om rekentools die rekenen in de verdere toekomst.
Box 3 – sparen wordt minder duur
Het was al bekend voor de Voorjaarsnota, maar de aankomende wijzigingen voor box 3 hebben we nu overal doorgevoerd.
Naast onze nieuwe rekentools voor de nieuwe manier waarop de box 3 belasting berekend gaat worden, tijdelijk als spaarvariant, daarna als vermogensaanwasbelasting, rekenen we nu voor box 3 zoveel mogelijk met belasten van het werkelijk gemaakt rendement (met 31%). Dit benadert de werkelijkheid vanaf 2021 t/m de verdere toekomst het beste.
De spaarvariant gebruikt nog forfaitaire rendementen, maar die zullen zo goed mogelijk aansluiten bij de haalbare rendementen op dat moment. Vanaf 2025 wordt het werkelijk behaalde rendement belast.
De komende jaren zullen we onze tools voor een bepaald jaar steeds laten aansluiten bij de wetgeving van dat moment, inclusief de forfaitaire rendementen tot 2025. Voor rekenen in de verdere toekomst, zoals met vermogensopbouw, spaardoel, de familiebank, etc. kunt u het beste rekenen met de optie ‘31% op rendement’. Rekenen met de huidige wet – die we nu ‘oude wet 2022’ noemen, kan voorlopig ook nog, vooral om hiermee te kunnen vergelijken.
Tot slot zijn de plannen voor verhoging van het heffingsvrij vermogen geschrapt. Dat is wel logisch. Het heffingsvrij vermogen is de laatste jaren vooral zo sterk verhoogd om de spaarders die te veel box 3 belasting betaalden bij de ‘oude wet’ wat te compenseren. En dat speelt nu natuurlijk niet meer. Een verlaging naar weer rond de € 30.000 per persoon zou dan ook weleens aanstaande kunnen zijn.
Box 2 en vpb – de dga krijgt minder belastingvoordeel
Er gaat – vooral door wat grotere ondernemers – weer meer vennootschapsbelasting (vpb) betaald worden. Dat komt omdat de eerste schijf met het lage tarief verkort wordt tot € 200.000 winst.
Wel blijft het lage percentage 15%. Voor veel kleinere ondernemers en dga’s zal er daardoor weinig veranderen betreffende de vpb.
Dat geldt niet voor de box 2 belasting. Vanaf 2024 wordt die trapsgewijs: 26% over de eerste € 67.000 box 2 inkomen en 29,5% over het inkomen daarboven.
Inkomen uit box 2 wordt dus al snel zwaarder belast en minder aantrekkelijk dan het was.
Het idee achter dit alles is dat de voordelen die een directeur-grootaandeelhouder (dga) altijd had, wat beperkt worden. Inkomen uit box 2 wordt minder interessant t.o.v. box 1.
Ook het verhogen van de gebruikelijk loon regel voor een dga van 75% naar 85% is hier een onderdeel van.
Onze rekentools, waaronder vermogen naar privé, vermogen in bv of privé en hypotheek uit eigen bv, zijn hier vast op aangepast.
Vanaf 2025 zal voor de afbouw van de algemene heffingskorting gekeken worden naar het verzamelinkomen in plaats van het box 1 inkomen. Dit zal betekenen dat de algemene heffingskorting vaak zal dalen voor mensen die (ook) inkomen uit box 2 en/of box 3 hebben.
Box 1 – middelingsregeling verdwijnt
Voor mensen met een zeer wisselend box 1 inkomen is er de middelingsregeling om drie opvolgende jaren te ‘middelen’. Dit kan dan een teruggave van belasting geven.
Deze middelingsregeling gaat verdwijnen per 2023. De laatste periode waarover nog gemiddeld kan worden is daarmee 2022 t/m 2024. Gebruik onze box 1 middeling rekentool om te berekenen wat middeling voor u betekent en welke periode van 3 jaar u het beste kunt middelen.
Woning kopen of bezitten
Huis kopen en verhuren, wordt minder interessant
Het kopen van een huis om te verhuren wordt minder interessant. Ten eerste worden de huurinkomsten vanaf 2025 belast in box 3, net als de waardestijging (op papier) van de woning.
Ook de overdrachtsbelasting wordt voor deze doelgroep verhoogd van 8% naar 10,1%. Onze overdrachtsbelasting berekening is hiervoor al aangepast.
De eigen woning
De ‘jubelton’ – een ton schenken voor de eigen woning – behoort vanaf volgend jaar tot het verleden. In 2023 kan er nog maar ruim € 27.000 belastingvrij geschonken worden aan iedereen (onder voorwaarden). Vanaf 2024 helemaal niets meer.
Ook het 0%-tarief op zonnepanelen vanaf 2023 hebben we al toegevoegd in onze rekentool terugverdientijd zonnepanelen berekenen, net als de tot 2025 uitgestelde afbouw van de saldering.
Afschaffing FOR voor ib-ondernemer
De fiscale oudedagsvoorziening voor ondernemers voor de inkomstenbelasting (eenmanszaak, VOF, etc.) wordt afgeschaft per 1-1-2023. Dat wil zeggen de verdere opbouw hiervan. Al bestaande FOR kan wel gehandhaafd worden volgens de huidige regels. Eind dit jaar worden onze rekentools hierop aangepast.
Anderen plannen – eind dit jaar
Veel andere plannen gaan we rond Prinsjesdag verwerken in onze berekeningen. Ze spelen nu nog niet. Denk hierbij aan:
- Niet doorgaan van de verhoging van de ouderenkorting.
- Afschaffen, in stappen, van de IOAOW.
- Verhoging van het minimumloon (WML).
- Verhoging van de belastingvrije kilometervergoeding naar € 0,21 in 2023 en € 0,23 vanaf2024.