Zelf alles online berekenen

Al 24 jaar informatief en onafhankelijk.
297 rekentools en ruim 25.000.000 berekeningen per jaar.
Belastingplan 2025 + wijzigingen Tweede Kamer verwerkt.

Box 3 vermogensbelasting berekenen

Wat anderen vinden:

 

Beoordeling: 9.6/10 (38x)

Hoeveel vermogensbelasting betaalt u in box 3 over uw vermogen?

Box 3 vermogensbelasting berekenen

In box 3 betaalt u vermogensbelasting over het deel van uw vermogen boven het heffingsvrij vermogen van € 57.000 of € 114.000 voor fiscaal partners (in 2024).

U kunt hier berekenen hoeveel belasting u in box 3 moet betalen.

De belastingdienst gebruikt twee berekeningsmethodes, de ‘oude methode’ en een ‘nieuwe methode’ (de spaarvariant). Welke berekeningsmethode(s) van toepassing is of zijn, hangt af van het belastingjaar en ook (t/m 2020) of de aanslag al definitief is vastgesteld of niet.
Als beide methodes van toepassing zijn, wordt de voor u voordeligste berekening gebruikt in de belastingaanslag.

Met onderstaande rekentool kunt u voor de jaren vanaf 2017 en voor elke situatie berekenen hoeveel vermogensbelasting u moet betalen, al dan niet samen met uw fiscaal partner.

Daarnaast hebben we nog aparte rekentools voor:

Door uitspraken van de Hoge Raad kunt u, onder voorwaarden, straks ook de box 3 belasting laten (her)berekenen op basis van het werkelijk door u behaalde rendement.
Bereken of dit voor u zinvol is met onze box 3 werkelijk rendement en teruggave rekentool.

Berekenen

Als u een fiscaal partner heeft, kunt u uw gezamelijke box 3 vermogen verdelen tussen uzelf en uw partner.
Voor de berekening moet u dan ook aangeven welk deel van de grondslag voordeel uit sparen en beleggen (het vermogen na aftrek van de vrijstellingen) in de belastingaangifte wilt toekennen aan uw partner.

Voer het bedrag op 1 januari in, en het soort vermogen. Dit kan per vermogenssoort of per vermogensbestanddeel (bezitting).
De vermogenssoorten zijn:

  • sparen – bank- en spaartegoeden, inclusief spaardeposito's;
  • overig bezit – overige bezittingen in box 3, zoals:
    • beleggingen, aandelen, obligaties,
    • onroerend goed, vakantiewoning, woning voor studerend kind, verhuurde woning(en),
    • uitgeleend geld (familiebank) en andere vorderingen,
    • rechten op periodieke uitkeringen en
    • contant geld en overige bezittingen.
    Kortom al het box 3 vermogen behalve spaargeld.
  • schulden – geleend geld en schulden in box 3, zoals box 3 hypotheken (dus niet de eigen woning hypotheek in box 1), (familie)bankleningen, etc.
    Let op: zonder aftrek van de box 3 schuldendrempel.
Vanaf 2023 geldt dat:
  • vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouders en minderjarige kinderen niet opgegeven hoeven te worden, en
  • geld dat staat op een rekening van een Vereniging van Eigenaren (VvE) of op een derdengeldenrekening bij een notaris, opgegeven mag worden als spaargeld.

Voer het bedrag op 1 januari in, en het soort vermogen. Dit kan per vermogenssoort of per vermogensbestanddeel (bezitting).
De vermogenssoorten zijn:

  • sparen – bank- en spaartegoeden, inclusief spaardeposito's;
  • overig bezit – overige bezittingen in box 3, zoals:
    • beleggingen, aandelen, obligaties,
    • onroerend goed, vakantiewoning, woning voor studerend kind, verhuurde woning(en),
    • uitgeleend geld (familiebank) en andere vorderingen,
    • rechten op periodieke uitkeringen en
    • contant geld en overige bezittingen.
    Kortom al het box 3 vermogen behalve spaargeld.
  • schulden – geleend geld en schulden in box 3, zoals box 3 hypotheken (dus niet de eigen woning hypotheek in box 1), (familie)bankleningen, etc.
    Let op: zonder aftrek van de box 3 schuldendrempel.
Vanaf 2023 geldt dat:
  • vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouders en minderjarige kinderen niet opgegeven hoeven te worden, en
  • geld dat staat op een rekening van een Vereniging van Eigenaren (VvE) of op een derdengeldenrekening bij een notaris, opgegeven mag worden als spaargeld.

Voer het bedrag op 1 januari in, en het soort vermogen. Dit kan per vermogenssoort of per vermogensbestanddeel (bezitting).
De vermogenssoorten zijn:

  • sparen – bank- en spaartegoeden, inclusief spaardeposito's;
  • overig bezit – overige bezittingen in box 3, zoals:
    • beleggingen, aandelen, obligaties,
    • onroerend goed, vakantiewoning, woning voor studerend kind, verhuurde woning(en),
    • uitgeleend geld (familiebank) en andere vorderingen,
    • rechten op periodieke uitkeringen en
    • contant geld en overige bezittingen.
    Kortom al het box 3 vermogen behalve spaargeld.
  • schulden – geleend geld en schulden in box 3, zoals box 3 hypotheken (dus niet de eigen woning hypotheek in box 1), (familie)bankleningen, etc.
    Let op: zonder aftrek van de box 3 schuldendrempel.
Vanaf 2023 geldt dat:
  • vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouders en minderjarige kinderen niet opgegeven hoeven te worden, en
  • geld dat staat op een rekening van een Vereniging van Eigenaren (VvE) of op een derdengeldenrekening bij een notaris, opgegeven mag worden als spaargeld.

Meer berekenen

Er zijn in totaal 30 rekentools voor Sparen & Beleggen.

Extra informatie