Zelf alles online berekenen

Al 24 jaar informatief en onafhankelijk.
296 rekentools en ruim 25.000.000 berekeningen per jaar.
Geheel bijgewerkt voor 2024.

Box 3 vermogensbelasting berekenen

Wat anderen vinden:

 

Beoordeling: 9.8/10 (24x)

Hoeveel vermogensbelasting betaalt u in box 3 over uw vermogen?

Box 3 vermogensbelasting berekenen

In box 3 betaalt u vermogensbelasting over het deel van uw vermogen boven het heffingsvrij vermogen van € 57.000 of € 114.000 voor fiscaal partners (in 2024).

U kunt hier berekenen hoeveel belasting u in box 3 moet betalen.

De Hoge Raad heeft eind 2021 geoordeeld dat de sinds 2017 geldende vermogensrendementsheffing (box 3) in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daardoor zijn er wijzigingen doorgevoerd voor de berekening van de belasting in box 3.
Welke berekeningsmethode van toepassing is, hangt af van het belastingjaar en t/m 2020 ook van of de aanslag al definitief is vastgesteld of niet.

Met onderstaande rekentool kunt u voor de jaren vanaf 2017 en voor elke situatie berekenen hoeveel vermogensbelasting u moet betalen, al dan niet samen met uw fiscaal partner.

Daarnaast hebben we nog aparte rekentools voor:

Berekenen

Als u een fiscaal partner heeft, kunt u uw gezamelijke box 3 vermogen verdelen tussen uzelf en uw partner.
Voor de berekening moet u dan ook aangeven welk deel van de grondslag voordeel uit sparen en beleggen (het vermogen na aftrek van de vrijstellingen) in de belastingaangifte wilt toekennen aan uw partner.

Voer het bedrag op 1 januari in, en het soort vermogen. Dit kan per vermogenssoort of per vermogensbestanddeel (bezitting).
De vermogenssoorten zijn:

  • sparen – bank- en spaartegoeden, inclusief spaardeposito's;
  • overig bezit – overige bezittingen in box 3, zoals:
    • beleggingen, aandelen, obligaties,
    • onroerend goed, vakantiewoning, woning voor studerend kind, verhuurde woning(en),
    • uitgeleend geld (familiebank) en andere vorderingen,
    • rechten op periodieke uitkeringen en
    • contant geld en overige bezittingen.
    Kortom al het box 3 vermogen behalve spaargeld.
  • schulden – geleend geld en schulden in box 3, zoals box 3 hypotheken (dus niet de eigen woning hypotheek in box 1), (familie)bankleningen, etc.
    Let op: zonder aftrek van de box 3 schuldendrempel.
Vanaf 2023 geldt dat:
  • vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouders en minderjarige kinderen niet opgegeven hoeven te worden, en
  • geld dat staat op een rekening van een Vereniging van Eigenaren (VvE) of op een derdengeldenrekening bij een notaris, opgegeven mag worden als spaargeld.

Voer het bedrag op 1 januari in, en het soort vermogen. Dit kan per vermogenssoort of per vermogensbestanddeel (bezitting).
De vermogenssoorten zijn:

  • sparen – bank- en spaartegoeden, inclusief spaardeposito's;
  • overig bezit – overige bezittingen in box 3, zoals:
    • beleggingen, aandelen, obligaties,
    • onroerend goed, vakantiewoning, woning voor studerend kind, verhuurde woning(en),
    • uitgeleend geld (familiebank) en andere vorderingen,
    • rechten op periodieke uitkeringen en
    • contant geld en overige bezittingen.
    Kortom al het box 3 vermogen behalve spaargeld.
  • schulden – geleend geld en schulden in box 3, zoals box 3 hypotheken (dus niet de eigen woning hypotheek in box 1), (familie)bankleningen, etc.
    Let op: zonder aftrek van de box 3 schuldendrempel.
Vanaf 2023 geldt dat:
  • vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouders en minderjarige kinderen niet opgegeven hoeven te worden, en
  • geld dat staat op een rekening van een Vereniging van Eigenaren (VvE) of op een derdengeldenrekening bij een notaris, opgegeven mag worden als spaargeld.

Voer het bedrag op 1 januari in, en het soort vermogen. Dit kan per vermogenssoort of per vermogensbestanddeel (bezitting).
De vermogenssoorten zijn:

  • sparen – bank- en spaartegoeden, inclusief spaardeposito's;
  • overig bezit – overige bezittingen in box 3, zoals:
    • beleggingen, aandelen, obligaties,
    • onroerend goed, vakantiewoning, woning voor studerend kind, verhuurde woning(en),
    • uitgeleend geld (familiebank) en andere vorderingen,
    • rechten op periodieke uitkeringen en
    • contant geld en overige bezittingen.
    Kortom al het box 3 vermogen behalve spaargeld.
  • schulden – geleend geld en schulden in box 3, zoals box 3 hypotheken (dus niet de eigen woning hypotheek in box 1), (familie)bankleningen, etc.
    Let op: zonder aftrek van de box 3 schuldendrempel.
Vanaf 2023 geldt dat:
  • vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen ouders en minderjarige kinderen niet opgegeven hoeven te worden, en
  • geld dat staat op een rekening van een Vereniging van Eigenaren (VvE) of op een derdengeldenrekening bij een notaris, opgegeven mag worden als spaargeld.

Meer berekenen

Er zijn in totaal 31 rekentools voor Sparen & Beleggen.

Extra informatie