Zelf alles online berekenen

Al 23 jaar informatief en onafhankelijk.
273 rekentools en ruim 25.000.000 berekeningen per jaar.
Geheel bijgewerkt voor 2023

Box 3 vermogensbelasting berekenen

Wat anderen vinden:

 

Beoordeling: 10.0/10 (5x)

Hoeveel vermogensbelasting betaalt u in box 3 over uw vermogen?

Box 3 vermogensbelasting berekenen

In box 3 betaalt u vermogensbelasting over het deel van uw vermogen boven het heffingsvrij vermogen van € 57.000 of € 114.000 voor fiscaal partners (in 2023).

U kunt hier berekenen hoeveel belasting u in box 3 moet betalen.

De Hoge Raad heeft eind 2021 geoordeeld dat de sinds 2017 geldende vermogensrendementsheffing (box 3) in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daardoor zijn er wijzigingen doorgevoerd voor de berekening van de belasting in box 3.
Welke berekeningsmethode van toepassing is, hangt af van het belastingjaar en t/m 2020 ook van of de aanslag al definitief is vastgesteld of niet.

Met onderstaande rekentool kunt u voor de jaren vanaf 2017 en voor elke situatie berekenen hoeveel vermogensbelasting u moet betalen, al dan niet samen met uw fiscaal partner.

Daarnaast hebben we nog aparte rekentools voor:

Berekenen

Voor de jaren 2017 t/m 2020 geldt dat als de Aanslag Inkomstenbelasting en Premie volksverzekeringen nog niet onherroepelijk vaststond op 24 december 2021, de box 3 belasting net als voor de jaren 2021 en 2022 op twee manieren berekend wordt: volgens methode A (de oude methode) en volgens methode B (de spaarvariant). De berekening die de minst te betalen belasting oplevert wordt dan gebruikt. Bij fiscale partners wordt dit per partner apart berekend en bepaald.
Is de aanslag al wel definitief, dan blijft de oude berekening (methode A) gehandhaafd. U heeft dan mogelijk, onder voorwaarden, wel recht op rechtsherstel box 3 belasting.

Als u een fiscaal partner heeft, kunt u uw gezamelijke box 3 vermogen verdelen tussen uzelf en uw partner.
Voor de berekening moet u dan ook aangeven welk deel van de grondslag voordeel uit sparen en beleggen (het vermogen na aftrek van de vrijstellingen) in de belastingaangifte wilt toekennen aan uw partner.

Vul hieronder alle bezittingen en schulden in box 3 in als vermogensbestanddeel. Per stuk of soort. Van uzelf én van uw partner.

Voer het bedrag op 1 januari in, en het soort vermogen. Dit kan per vermogenssoort of per vermogensbestanddeel (bezitting).
De vermogenssoorten zijn:

  • sparen – bank- en spaartegoeden, inclusief spaardeposito's;
  • overig bezit – overige bezittingen in box 3, zoals:
    • beleggingen, aandelen, obligaties,
    • onroerend goed, vakantiewoning, woning voor studerend kind, verhuurde woning(en),
    • uitgeleend geld (familiebank) en andere vorderingen,
    • rechten op periodieke uitkeringen en
    • contant geld en overige bezittingen.
    Kortom al het box 3 vermogen behalve spaargeld.
  • schulden – geleend geld en schulden in box 3, zoals box 3 hypotheken (dus niet de eigen woning hypotheek in box 1), (familie)bankleningen, etc.
    Let op: zonder aftrek van de box 3 schuldendrempel.

Voer het bedrag op 1 januari in, en het soort vermogen. Dit kan per vermogenssoort of per vermogensbestanddeel (bezitting).
De vermogenssoorten zijn:

  • sparen – bank- en spaartegoeden, inclusief spaardeposito's;
  • overig bezit – overige bezittingen in box 3, zoals:
    • beleggingen, aandelen, obligaties,
    • onroerend goed, vakantiewoning, woning voor studerend kind, verhuurde woning(en),
    • uitgeleend geld (familiebank) en andere vorderingen,
    • rechten op periodieke uitkeringen en
    • contant geld en overige bezittingen.
    Kortom al het box 3 vermogen behalve spaargeld.
  • schulden – geleend geld en schulden in box 3, zoals box 3 hypotheken (dus niet de eigen woning hypotheek in box 1), (familie)bankleningen, etc.
    Let op: zonder aftrek van de box 3 schuldendrempel.

Voer het bedrag op 1 januari in, en het soort vermogen. Dit kan per vermogenssoort of per vermogensbestanddeel (bezitting).
De vermogenssoorten zijn:

  • sparen – bank- en spaartegoeden, inclusief spaardeposito's;
  • overig bezit – overige bezittingen in box 3, zoals:
    • beleggingen, aandelen, obligaties,
    • onroerend goed, vakantiewoning, woning voor studerend kind, verhuurde woning(en),
    • uitgeleend geld (familiebank) en andere vorderingen,
    • rechten op periodieke uitkeringen en
    • contant geld en overige bezittingen.
    Kortom al het box 3 vermogen behalve spaargeld.
  • schulden – geleend geld en schulden in box 3, zoals box 3 hypotheken (dus niet de eigen woning hypotheek in box 1), (familie)bankleningen, etc.
    Let op: zonder aftrek van de box 3 schuldendrempel.

%

Welk deel van de grondslag voordeel uit sparen en beleggen, ofwel belastbaar box 3 inkomen, wilt u opgegeven bij uw partner?

Meer berekenen

Er zijn in totaal 27 rekentools voor Sparen & Beleggen.

Extra informatie