Zelf alles online berekenen

Al 24 jaar informatief en onafhankelijk.
294 rekentools en ruim 25.000.000 berekeningen per jaar.
Prinsjesdag update • belastingplan 2025 verwerkt.

Box 3 vermogensbelasting • Hybride spaartaks vanaf 2027

Wat anderen vinden:

 

Beoordeling: 9.3/10 (8x)

Hoeveel box 3 belasting betaalt u vanaf 2027?
Hoe ziet de voorgestelde box 3 hybride spaartaks er uit?

Box 3 vermogensbelasting • Hybride spaartaks vanaf 2027

In juni 2024 heeft Staatssecretaris Van Rij het wetsvoorstel voor de nieuwe box 3 vermogensbelasting aangeboden aan de Raad van State.

De box 3 belasting wordt hierbij in principe een vermogensaanwasbelasting, waarbij het werkelijk behaalde vermogensrendement belast gaat worden. Tegelijk komen er uitzonderingen voor vermogensonderdelen, waarvoor dit een probleem is. Vandaar dat er gekozen is voor de naam hybride belasting.

In het plan worden afwijkend belast:

  • Banktegoeden, waarvan alleen de rente belast wordt.
  • Vastgoed wat bij (grotendeels) eigen gebruik forfaitair belast wordt.
  • Onroerend goed en investeringen in familiebedrijven en innovatieve startups, waarvoor een vermogenswinstbelasting gaat gelden, waardoor waardestijging pas bij verkoop belast gaat worden.

In het plan kan verlies oneindig lang verrekend worden in de toekomst, zij het na aftrek van een verliesdrempel.

Al met al een aardig plan om uit de box 3 misère te komen.

Wij hebben een rekentool gemaakt voor de nieuwe plannen, waarmee u zelf kunt doorrekenen wat de gevolgen voor u zijn. Deze berekening zal worden aangepast als de plannen worden aangepast.

Update: de op 19-6-2024 gepubliceerde details voor de belasting over onroerende zaken en op 25-1-2024 gepubliceerde wijzigingen in het voorstel zijn doorgevoerd in de berekening.

Berekenen

Vermogensbestanddelen

Voer hieronder de vermogensbestanddelen in per soort. Dit kan per persoon of voor fiscaal partners gezamenlijk.

Kies het soort vermogen en geef dit (als gewenst) een naam of omschrijving.

Soorten vermogen:

  • bank- en spaarrekeningen – geld op bank- en spaarrekeningen.
  • beleggingsrekeningen – geld belegd op beurzen, wat eenvoudig te gelde kan worden gemaakt.
  • vastgoed - verhuurd – woningen, bedrijfspanden, etc. die minimaal voor 90% (328 dagen per jaar) verhuurd of verpacht worden.
  • vastgoed - eigen gebruik – (tweede) woning in box 3, die het gehele jaar niet verhuurd wordt. Let op: niet de eerste woning die in box 1 zit.
  • vastgoed - gemengd gebruik – woningen, bedrijfspanden, etc. die niet voor minimaal 90% (328 dagen per jaar) verhuurd of verpacht worden.
  • investeringen in familiebedrijven en startups – mits binnen gestelde voorwaarden (die nog niet geheel bekend zijn).
  • Schulden of hypotheek – schulden, geleend geld, persoonlijke lening, hypotheek, etc.
    Let op: niet een hypotheek die in box 1 zit.
  • uitgeleend geld – aan natuurlijke personen, zoals familie, uitgeleend geld.
    Let op: kies 'ander vermogen' voor ander uitgeleend geld, zoals aan een bv.
  • ander vermogen – andere box 3 vermogensbestanddelen.

Het totaal aan uitbetaalde rente gedurende het jaar, na aftrek van (bank)kosten.
 
NB T.z.t. zal de bank deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

Het totaal aan uitgekeerd dividend en ander voordeel uit de beleggingen, na aftrek van (bank)kosten en voor zover dit niet is herbelegd of liquide op de beleggingsrekening staat. Anders is het immers al verwerkt in de eindwaarde hieronder.
 
NB T.z.t. zal de bank/broker deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

Netto inkomsten uit verhuur of verpachten van het vastgoed, dus na aftrek van kosten.

Het totaal aan uitgekeerd dividend en ander voordeel uit de investeringen.

Het totaal in dit jaar betaalde rente voor de schulden, geleend geld en/of hypotheek.

Het totaal in dit jaar ontvangen rente voor het uitgeleende geld.

In dit jaar behaalde inkomsten uit dit vermogensbestanddeel, zoals: rente, dividend, huurinkomsten, pacht, etc.
 
Kosten kunnen hier vanaf getrokken worden. Als er alleen kosten zijn, voer deze dan in als negatief getal. Let op: zorg er wel voor dat de kosten maar één maal meegerekend worden. Dus in de 'waarde mutaties' óf hier bij de 'reguliere inkomsten'.
 
Belastingdienst:
''Reguliere inkomsten uit vermogen zijn alle vermogensinkomsten met uitzondering van de inkomsten die het resultaat zijn van een waardestijging van het vermogen. Veel voorkomende reguliere inkomsten uit vermogen zijn rente, dividend, royalty's, huuropbrengsten en andere opbrengsten die voortvloeien uit het (tijdelijk) in gebruik geven van een vermogensbestanddeel aan een ander. Bij het bepalen van de belastinggrondslag voor het heffen over reguliere inkomsten uit vermogen kan rekening worden gehouden met de kosten die zijn gemaakt om de reguliere inkomsten te verwerven.''

naar

Vul bij het eerste bedrag de waarde van de beleggingsportefeuille plus het kassaldo op 1 januari in. En bij het tweede bedrag de waarde van de beleggingsportefeuille plus het kassaldo op 31 december.

Het totaal aan stortingen op en opnames van de beleggingsrekening gedurende het jaar vult u hieronder in achter 'stortingen (+) en opnames (-)'. Daarmee wordt dan het verschil tussen de begin- en eindwaarde gecorrigeerd.

De WOZ-waarde met peildatum 1 januari van het voorafgaande jaar.

Vul bij het eerste bedrag (achter 'van') de waarde op 1 januari in, en bij het tweede bedrag (achter 'naar') de waarde op 31 december.
 
Let op: het totaal aan aan- en verkopen gedurende het jaar vult u hieronder in achter 'waarde mutaties'. Daarmee wordt dan het verschil tussen de begin en eindwaarde gecorrigeerd.

Het totaal aan geldstortingen en opnames gedurende het jaar.
Tel ze allemaal bij elkaar op, stortingen als positief bedrag, opnames als negatief bedrag.

NB T.z.t. zal de bank/broker deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

De gemaakte winst (of verlies) bij verkoop van het vastgoed (de woning).
Hierbij is de verkrijgingsprijs gelijk aan de WOZ-waarde op het moment van inwerkingtreding van het nieuwe box 3-stelsel, of als het vastgoed later gekocht is, de koopprijs op dat moment.
Verbeteringsinvesteringen mogen hierbij verrekend worden, denk hierbij aan kosten voor toevoegingen aan het vastgoed, zoals een aanbouw van een serre of zonnepanelen.

De gemaakte winst bij verkoop van aandelen / investeringen.

Voor (gedeeltelijke) kwijtgescholden schulden geldt, onder voorwaarden, een kwijtscheldingsvoordeelvrijstelling. Hiermee wordt voorkomen dat de kwijtschelding van een schuld, wat eigenlijk een positieve waardemutatie is, extra box 3 inkomen geeft.

(Gedeeltelijk) kwijtgescholden uitgeleend geld wordt meegenomen als verlies.

Het totaal aan waarde van aan- (+) en verkopen (-) in dit jaar.

Om de waardestijging te berekenen, wordt dit bedrag afgetrokken van het verschil tussen de waarde op 1 januari en 31 december.

Kies het soort vermogen en geef dit (als gewenst) een naam of omschrijving.

Soorten vermogen:

  • bank- en spaarrekeningen – geld op bank- en spaarrekeningen.
  • beleggingsrekeningen – geld belegd op beurzen, wat eenvoudig te gelde kan worden gemaakt.
  • vastgoed - verhuurd – woningen, bedrijfspanden, etc. die minimaal voor 90% (328 dagen per jaar) verhuurd of verpacht worden.
  • vastgoed - eigen gebruik – (tweede) woning in box 3, die het gehele jaar niet verhuurd wordt. Let op: niet de eerste woning die in box 1 zit.
  • vastgoed - gemengd gebruik – woningen, bedrijfspanden, etc. die niet voor minimaal 90% (328 dagen per jaar) verhuurd of verpacht worden.
  • investeringen in familiebedrijven en startups – mits binnen gestelde voorwaarden (die nog niet geheel bekend zijn).
  • Schulden of hypotheek – schulden, geleend geld, persoonlijke lening, hypotheek, etc.
    Let op: niet een hypotheek die in box 1 zit.
  • uitgeleend geld – aan natuurlijke personen, zoals familie, uitgeleend geld.
    Let op: kies 'ander vermogen' voor ander uitgeleend geld, zoals aan een bv.
  • ander vermogen – andere box 3 vermogensbestanddelen.

Het totaal aan uitbetaalde rente gedurende het jaar, na aftrek van (bank)kosten.
 
NB T.z.t. zal de bank deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

Het totaal aan uitgekeerd dividend en ander voordeel uit de beleggingen, na aftrek van (bank)kosten en voor zover dit niet is herbelegd of liquide op de beleggingsrekening staat. Anders is het immers al verwerkt in de eindwaarde hieronder.
 
NB T.z.t. zal de bank/broker deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

Netto inkomsten uit verhuur of verpachten van het vastgoed, dus na aftrek van kosten.

Het totaal aan uitgekeerd dividend en ander voordeel uit de investeringen.

Het totaal in dit jaar betaalde rente voor de schulden, geleend geld en/of hypotheek.

Het totaal in dit jaar ontvangen rente voor het uitgeleende geld.

In dit jaar behaalde inkomsten uit dit vermogensbestanddeel, zoals: rente, dividend, huurinkomsten, pacht, etc.
 
Kosten kunnen hier vanaf getrokken worden. Als er alleen kosten zijn, voer deze dan in als negatief getal. Let op: zorg er wel voor dat de kosten maar één maal meegerekend worden. Dus in de 'waarde mutaties' óf hier bij de 'reguliere inkomsten'.
 
Belastingdienst:
''Reguliere inkomsten uit vermogen zijn alle vermogensinkomsten met uitzondering van de inkomsten die het resultaat zijn van een waardestijging van het vermogen. Veel voorkomende reguliere inkomsten uit vermogen zijn rente, dividend, royalty's, huuropbrengsten en andere opbrengsten die voortvloeien uit het (tijdelijk) in gebruik geven van een vermogensbestanddeel aan een ander. Bij het bepalen van de belastinggrondslag voor het heffen over reguliere inkomsten uit vermogen kan rekening worden gehouden met de kosten die zijn gemaakt om de reguliere inkomsten te verwerven.''

naar

Vul bij het eerste bedrag de waarde van de beleggingsportefeuille plus het kassaldo op 1 januari in. En bij het tweede bedrag de waarde van de beleggingsportefeuille plus het kassaldo op 31 december.

Het totaal aan stortingen op en opnames van de beleggingsrekening gedurende het jaar vult u hieronder in achter 'stortingen (+) en opnames (-)'. Daarmee wordt dan het verschil tussen de begin- en eindwaarde gecorrigeerd.

De WOZ-waarde met peildatum 1 januari van het voorafgaande jaar.

Vul bij het eerste bedrag (achter 'van') de waarde op 1 januari in, en bij het tweede bedrag (achter 'naar') de waarde op 31 december.
 
Let op: het totaal aan aan- en verkopen gedurende het jaar vult u hieronder in achter 'waarde mutaties'. Daarmee wordt dan het verschil tussen de begin en eindwaarde gecorrigeerd.

Het totaal aan geldstortingen en opnames gedurende het jaar.
Tel ze allemaal bij elkaar op, stortingen als positief bedrag, opnames als negatief bedrag.

NB T.z.t. zal de bank/broker deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

De gemaakte winst (of verlies) bij verkoop van het vastgoed (de woning).
Hierbij is de verkrijgingsprijs gelijk aan de WOZ-waarde op het moment van inwerkingtreding van het nieuwe box 3-stelsel, of als het vastgoed later gekocht is, de koopprijs op dat moment.
Verbeteringsinvesteringen mogen hierbij verrekend worden, denk hierbij aan kosten voor toevoegingen aan het vastgoed, zoals een aanbouw van een serre of zonnepanelen.

De gemaakte winst bij verkoop van aandelen / investeringen.

Voor (gedeeltelijke) kwijtgescholden schulden geldt, onder voorwaarden, een kwijtscheldingsvoordeelvrijstelling. Hiermee wordt voorkomen dat de kwijtschelding van een schuld, wat eigenlijk een positieve waardemutatie is, extra box 3 inkomen geeft.

(Gedeeltelijk) kwijtgescholden uitgeleend geld wordt meegenomen als verlies.

Het totaal aan waarde van aan- (+) en verkopen (-) in dit jaar.

Om de waardestijging te berekenen, wordt dit bedrag afgetrokken van het verschil tussen de waarde op 1 januari en 31 december.

Extra vermogensbestanddeel

In box 3 aftrekbare kosten die (hierboven) nog niet zijn meegenomen of verrekend in één van de vermogensbestanddelen.

Box 3 belasting

Als er in het verleden in box 3 een verlies uit sparen en beleggen is ontstaan, kan dat in de toekomst verrekend worden. Vul dan hier het saldo verlies uit sparen en beleggen in.

%

Wat is het (verwachte) belastingtarief waarmee gerekend moet worden?
In het huidige plan wordt 36% genoemd, maar het zou niet onlogisch zijn als dit (op termijn) stijgt naar 37%, gelijk aan box 1.

Wat is het heffingvrij inkomen wat meegenomen moet worden in de berekening? Dit is het deel van het box 3 inkomen wat niet belast wordt.
In het huidige plan wordt € 1.250 genoemd.
Als het opgegeven vermogen voor fiscaal partners gezamenlijk is, vul dan een dubbel zo hoog heffingvrij inkomen in.

%

De hoogte van de nettovastgoedbijtelling, een percentage vastgesteld door de overheid
In het wetsvoorstel dat in juni 2024 naar de Raad van State is gestuurd, wordt 2,65% genoemd. Het is een netto forfait, gelijk aan de gemiddelde (bruto) economische huurwaarde met aftrek van (een reservering voor) aftrekbare kosten.
Het belastbaar inkomen box 3 voor dit vastgoed is het nettovastgoedbijtellingspercentage (scabblewoord!) van de WOZ-waarde.

* Invoer is nodig voor de berekening

Meer berekenen

Er zijn in totaal 30 rekentools voor Sparen & Beleggen.

Extra informatie