Er is eindelijk duidelijkheid gekomen over hoe een boeterente bij voortijdig aflossen of oversluiten van een hypotheek berekend moet worden. Wij hebben onze rekentool hierop aangepast en deze kan nu de boeterente berekenen voor alle hypotheekvormen volgens de uitgangspunten van de AFM.
Sinds 14 juli 2016 zijn er, door invoering van een Europese richtlijn, nieuwe regels van kracht voor hypotheken. Daarin staat ook dat de hoogte van de vergoeding voor vervroegd aflossen van een hypotheek, de boeterente, niet hoger mag zijn dan het werkelijke financiële nadeel van de aanbieder.
Hoe deze wettelijke bepaling geïnterpreteerd moest worden bleef echter lange tijd onduidelijk. Op een enkele bank na bleven banken ook vaag over hoe zij de boeterente berekenden.
Half maart kwam de AFM met duidelijkheid door de publicatie van uitgangspunten voor het correct berekenen van de boeterente.
Wij hebben onze boeterente rekentool hierop aangepast. U kunt hiermee nu de boeterente berekenen voor alle hypotheekvormen volgens deze uitgangspunten van de AFM.
Tussentijdse aflossingen worden meegenomen in de berekening en bij een (bank)spaarhypotheek worden ook het al opgebouwde spaarkapitaal en de spaarpremie verrekend met de rentekosten.
Als resultaat geeft onze vernieuwde berekening naast de boeterente ook een overzicht van de invulling van het stappenplan van de AFM waarin de berekeningswijze stap voor stap staat.
De AFM uitgangspunten gelden per 14 juli 2016
Naast publicatie van de uitgangspunten, heeft de AFM ook duidelijk aangegeven wat er moet gebeuren met de in het verleden betaalde boeterentes. Alle boeterentes die betaald zijn vanaf 14 juli 2016 moeten herberekend worden volgens deze uitgangspunten en indien van toepassing moet u als consument de te veel betaalde boeterente terug krijgen van uw bank.
Wij verwachten dat dit vaak het geval zal zijn, omdat de uitgangspunten gunstig voor u als consument gekozen lijken te zijn. In de zo berekende boeterente zit weinig ‘winst’ voor de bank.
Daarnaast zijn de uitgangspunten ook duidelijk opgesteld en konden wij ze daardoor goed implementeren in onze rekentool. Die duidelijkheid missen we wel eens bij de overheid.
We hebben er even op moeten wachten, maar nu er duidelijkheid is, is een compliment aan de AFM hiervoor zeker op zijn plaats.
Belangrijkste uitgangspunten
De belangrijkste uitgangspunten in de gepubliceerde leidraad zijn:
- De vergoeding (boeterente) wordt berekend over de aflossing min het aflossingsvrije deel.
- De vergelijkingsrente is de nu gevraagde hypotheekrente voor een vergelijkbare hypotheek met een rentevastperiode die gelijk is aan uw resterende rentevastperiode. Als deze niet wordt aangeboden, wordt de hoogst naastgelegen rente gekozen. Dit is in uw voordeel.
- Rentekortingen en opslagen op uw hypotheekrente, zoals een loan-to-value (LTV) opslag, huisbankkorting, etc. moeten ook toegepast worden op vergelijkingsrente.
Uitzondering hierop is een individueel (onderhandelde) korting op uw rente. Deze mag niet op de vergelijkingsrente toegepast worden. - Tussentijdse aflossingen worden meegenomen in de berekening en verlagen de renteboete. Hierbij wordt uitgegaan van het aflossingsschema zoals dat bestond op het moment van aflossen.
Bij een (bank)spaarhypotheek worden het al opgebouwde spaarkapitaal en de spaarpremie verrekend met de rentekosten als zijnde aflossingen. Deze verlagen de renteboete.
De zo berekende gemiste rente-inkomsten worden contant gemaakt met de lage vergelijkingsrente volgens de netto contante waarde-methode (NCW-methode).
Bereken het zelf: boeterente berekenen volgens de AFM uitgangspunten.
Zelf berekenen
Er zijn in totaal 60 rekentools voor Hypotheek & Wonen.