Omdat de politiek de tarieven voor de loonbelasting niet tijdig heeft kunnen vaststellen, krijgt iedereen een ander loonstrookje vanaf 1 april. Netto krijgen de meeste mensen per 1 april minder uitbetaald. De politiek veroorzaakt daarmee onnodig verwarring en extra kosten.
De samenstelling en het handelen van de Tweede en Eerste Kamer maken het tegenwoordig bijna onmogelijk om iets als het jaarlijks aanpassen van de belastingregels soepel en tijdig geregeld te krijgen. De gevolgen hiervan zijn vergaand en creëren veel werk voor de automatiseerders van de belastingdienst en bijvoorbeeld instellingen die uw loonstrookje maken. Daarnaast worden de belastingen daardoor ook steeds onbegrijpelijker voor de meeste mensen.
Tarief 42% wordt 40,15%, 40,2%, 40,4% … 40,47%
Zo ook de box 1 belastingtarieven. Op Prinsjesdag 2015 werd aangekondigd dat, als onderdeel van de belastingverlichting van vijf miljard, de derde schijf van 42% zou dalen naar 40,15%. Dit tarief heeft maar kort bestaan, want in het wetsvoorstel dat door de Tweede Kamer is aangenomen was het al weer 40,2%. Maar toen moest de Belastingwet nog aangenomen worden door de Eerste Kamer. Met als gevolg dat het tarief opnieuw werd aangepast, nu naar 40,4%. Steeds hoger om de speeltjes die uitgedeeld moesten worden, te kunnen financieren en daarmee voldoende stemmen voor goedkeuring van de wet in de Eerste Kamer te krijgen.
Uitvoerders kunnen niet wachten op de politiek
De automatiseerders van de belastingdienst en loonverwerkers konden natuurlijk niet wachten totdat eind 2015 alles eindelijk definitief was. De voorlopige aanslagen en toeslagen moesten immers wel de deur uit, en u moest in januari 2016 wel uw loonstrookje en uw netto loon ontvangen. Terwijl de politici nog over elkaar heen duikelden, moesten zij al wel vast aan het werk.
Daarom werden de rekenregels voor 1 januari 2016 vastgesteld, gebaseerd op het door de Tweede Kamer goedgekeurde belastingplan (met 40,2%). Dat geldt ook voor voorlopige aanslagen en uw loonstrookje in januari. Maar dat tarief klopt dus niet, want het had 40,4% moeten zijn.
Reparatie
Omdat het tarief anders is, zijn de rekenregels per 1 april aangepast. Er wordt nu gerekend met een belastingtarief van 40,47%. De 40,4% die het had moeten zijn plus 0,07% om in de resterende negen maanden van het jaar de in de eerste drie maanden te weinig betaalde belasting alsnog binnen te halen. De eerste drie maanden ontving u dus netto te veel, vanaf nu ontvangt u netto te weinig. Als u het hele jaar hetzelfde inkomen of dezelfde uitkering heeft, zal zo de betaalde loonbelasting weer rechtgetrokken worden. Maar als dit niet voor u geld, klopt het geheel dus niet. De kans dat u belasting moet bijbetalen of terug ontvangt is dit jaar daarom heel waarschijnlijk.
Loonstrookje per 1 april 2016
Bereken zelf hoeveel u in 2016 vanaf 1 april netto minder overhoud van uw salaris of uitkering met onze nieuwe rekentool loonstrookje 2016 voor en na 1 april.
Al onze rekentools, zoals de berekeningen voor werk & inkomen, rekenen met de tarieven zoals deze wettelijk zijn vastgesteld. In bovenstaand voorbeeld dus met 40,4%. Het tarief dat u zou moeten betalen en waarmee bij de definitieve belastingaanslag 2016 gerekend gaat worden.
Een uitzondering hierop zijn de bruto-netto loonberekeningen die we samen met Raet aanbieden. Deze rekenen met de rekenregels zoals deze worden opgelegd door de overheid, zoals uw loonstrookje er uitziet. De eerste drie maanden dus met inhouden van te weinig loonbelasting, daarna met te veel.
U kunt bij deze rekentools kiezen of u wilt rekenen volgens de rekenregels zoals deze gelden tot 1 april of vanaf 1 april.
Zelf berekenen
Er zijn in totaal 62 rekentools voor Werk, Inkomen & Ontslag.