Zelf alles online berekenen

Al 25 jaar informatief en onafhankelijk.
310 rekentools en ruim 25.000.000 berekeningen per jaar.
Geheel bijgewerkt voor 2025.

Belasten werkelijk rendement in box 3 • vanaf 2028

Wat anderen vinden:

 

Beoordeling: 8.9/10 (14x)

Hoeveel box 3 belasting betaalt u vanaf 2028?
Hoe wordt de box 3 belasting in 2028?

Belasten werkelijk rendement in box 3 • vanaf 2028

In mei 2025 heeft Staatssecretaris Van Oostenbruggen het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 aangeboden aan de Tweede Kamer.

De box 3 belasting wordt hierbij in principe een vermogensaanwasbelasting, waarbij het werkelijk behaalde vermogensrendement belast gaat worden. Tegelijk komen er uitzonderingen voor vermogensonderdelen, waarvoor dit een probleem is. Vandaar dat er gekozen is voor een hybride oplossing.

In het wetsvoorstel worden afwijkend belast:

  • Banktegoeden, waarvan alleen de rente belast wordt.
  • Vastgoed wat bij (grotendeels) eigen gebruik forfaitair belast wordt.
  • Investeringen in innovatieve startups, waarvoor een vermogenswinstbelasting gaat gelden, waardoor waardestijging pas bij “sfeerovergang” (zoals verkoop) belast gaat worden.

In het wetsvoorstel kan verlies oneindig lang verrekend worden in de toekomst, zij het na aftrek van een verliesdrempel.

Wij hebben een rekentool gemaakt voor deze hybride box 3 belasting op basis van werkelijk behaald rendement. U kunt hiermee zelf doorrekenen wat de gevolgen voor u zijn.

De wet moet nog door de Tweede en Eerste Kamer en is dus nog niet definitief.

De berekening zal worden aangepast als het wetsvoorstel wordt aangepast.

Berekenen

Vermogensbestanddelen

Voer hieronder de vermogensbestanddelen in per soort. Dit kan per persoon of voor fiscaal partners gezamenlijk.

Kies het soort vermogen en geef dit (als gewenst) een naam of omschrijving.

Soorten vermogen:

  • bank- en spaarrekeningen – geld op bank- en spaarrekeningen.
  • beleggingsrekeningen – geld belegd op beurzen, wat eenvoudig te gelde kan worden gemaakt.
  • vastgoed - verhuurd – woningen, bedrijfspanden, etc. die minimaal voor 90% (328 dagen per jaar) verhuurd of verpacht worden.
  • vastgoed - eigen gebruik – (tweede) woning in box 3, die het gehele jaar niet verhuurd wordt. Let op: niet de eigen woning die in box 1 zit.
  • vastgoed - gemengd gebruik – woningen, bedrijfspanden, etc. die niet voor minimaal 90% (328 dagen per jaar) verhuurd of verpacht worden.
  • investeringen in startups – mits binnen gestelde voorwaarden: < 5% aandelen, ≤ 5 jaar oud, ≤ € 30 miljoen omzet & onafhankelijk.
  • Schulden of hypotheek – schulden, geleend geld, persoonlijke lening, hypotheek, etc.
    Let op: niet een hypotheek die in box 1 zit.
  • uitgeleend geld – aan natuurlijke personen, zoals familie, uitgeleend geld.
    Let op: kies 'ander vermogen' voor ander uitgeleend geld, zoals aan een bv.
  • ander vermogen – andere box 3 vermogensbestanddelen.

Het totaal aan uitbetaalde rente gedurende het jaar, na aftrek van (bank)kosten.
 
NB T.z.t. zal de bank deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

Het totaal aan uitgekeerd dividend en ander voordeel uit de beleggingen, na aftrek van (bank)kosten en voor zover dit niet is herbelegd of liquide op de beleggingsrekening staat. Anders is het immers al verwerkt in de eindwaarde hieronder.
 
NB T.z.t. zal de bank/broker deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

Netto inkomsten uit verhuur of verpachten van het vastgoed, zonder aftrek van kosten, deze kunnen hieronder apart opgegeven worden.

Het totaal aan uitgekeerd dividend en ander voordeel uit de investeringen.

Het totaal in dit jaar betaalde rente voor de schulden, geleend geld en/of hypotheek.

Het totaal in dit jaar ontvangen rente voor het uitgeleende geld.

In dit jaar behaalde inkomsten uit dit vermogensbestanddeel, zoals: rente, dividend, huurinkomsten, pacht, etc.
 
Kosten kunnen hier vanaf getrokken worden. Als er alleen kosten zijn, voer deze dan in als negatief getal. Let op: zorg er wel voor dat de kosten maar één maal meegerekend worden. Dus in de 'waarde mutaties' óf hier bij de 'reguliere inkomsten'.
 
Belastingdienst:
''Reguliere inkomsten uit vermogen zijn alle vermogensinkomsten met uitzondering van de inkomsten die het resultaat zijn van een waardestijging van het vermogen. Veel voorkomende reguliere inkomsten uit vermogen zijn rente, dividend, royalty's, huuropbrengsten en andere opbrengsten die voortvloeien uit het (tijdelijk) in gebruik geven van een vermogensbestanddeel aan een ander. Bij het bepalen van de belastinggrondslag voor het heffen over reguliere inkomsten uit vermogen kan rekening worden gehouden met de kosten die zijn gemaakt om de reguliere inkomsten te verwerven.''

naar

Vul bij het eerste bedrag de waarde van de beleggingsportefeuille plus het kassaldo op 1 januari in. En bij het tweede bedrag de waarde van de beleggingsportefeuille plus het kassaldo op 31 december.

Het totaal aan stortingen op en opnames van de beleggingsrekening gedurende het jaar vult u hieronder in achter 'stortingen (+) en opnames (-)'. Daarmee wordt dan het verschil tussen de begin- en eindwaarde gecorrigeerd.

De WOZ-waarde met peildatum 1 januari van het voorafgaande jaar.

NB Voor 2028 moet de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2028 gebruikt worden.

Vul bij het eerste bedrag (achter 'van') de waarde op 1 januari in, en bij het tweede bedrag (achter 'naar') de waarde op 31 december.
 
Let op: het totaal aan aan- en verkopen gedurende het jaar vult u hieronder in achter 'waarde mutaties'. Daarmee wordt dan het verschil tussen de begin en eindwaarde gecorrigeerd.

Jaarlijkse onderhoudskosten en andere periodieke kosten die afgetrokken mogen worden.

NB Niet verbeteringskosten. Deze kunnen pas verrekend worden met de vermogenswinst, bij verkoop, echtscheiding, etc. Zie ook bij "Vermogenswinst" hieronder.

Het totaal aan geldstortingen en opnames gedurende het jaar.
Tel ze allemaal bij elkaar op, stortingen als positief bedrag, opnames als negatief bedrag.

NB T.z.t. zal de bank/broker deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

De gemaakte vermogenswinst (of verlies) bij bijvoorbeeld verkoop van het vastgoed (de woning), maar ook bij aangaan van een gemeenschap van goederen, echtscheiding, emigratie, overlijden, schenken of overgang naar box 1.

Hierbij is de verkrijgingsprijs gelijk aan de WOZ-waarde op 1 januari 2028, of als het vastgoed later gekocht is, de koopprijs op dat moment.
Verbeteringsinvesteringen mogen hierbij verrekend worden, denk hierbij aan kosten voor toevoegingen aan het vastgoed, zoals een aanbouw van een serre of zonnepanelen.

De gemaakte winst bij verkoop van aandelen / investeringen.

NB Als de aandelen niet meer aan de vereisten voor startups voldoen, zal "sfeerovergang" plaatsvinden. Op dat moment vindt een fictieve vervreemding plaats, waarbij de vermogenswinst of -verlies gezien moet worden, alsof er sprake is van verkoop. Daarna is het een normaal vermogensbestanddeel.

Voor (gedeeltelijke) kwijtgescholden schulden geldt, onder voorwaarden, een kwijtscheldingsvoordeelvrijstelling. Hiermee wordt voorkomen dat de kwijtschelding van een schuld, wat eigenlijk een positieve waardemutatie is, extra box 3 inkomen geeft.

(Gedeeltelijk) kwijtgescholden uitgeleend geld wordt meegenomen als verlies.

Het totaal aan waarde van aan- (+) en verkopen (-) in dit jaar.

Om de waardestijging te berekenen, wordt dit bedrag afgetrokken van het verschil tussen de waarde op 1 januari en 31 december.

Kies het soort vermogen en geef dit (als gewenst) een naam of omschrijving.

Soorten vermogen:

  • bank- en spaarrekeningen – geld op bank- en spaarrekeningen.
  • beleggingsrekeningen – geld belegd op beurzen, wat eenvoudig te gelde kan worden gemaakt.
  • vastgoed - verhuurd – woningen, bedrijfspanden, etc. die minimaal voor 90% (328 dagen per jaar) verhuurd of verpacht worden.
  • vastgoed - eigen gebruik – (tweede) woning in box 3, die het gehele jaar niet verhuurd wordt. Let op: niet de eigen woning die in box 1 zit.
  • vastgoed - gemengd gebruik – woningen, bedrijfspanden, etc. die niet voor minimaal 90% (328 dagen per jaar) verhuurd of verpacht worden.
  • investeringen in startups – mits binnen gestelde voorwaarden: < 5% aandelen, ≤ 5 jaar oud, ≤ € 30 miljoen omzet & onafhankelijk.
  • Schulden of hypotheek – schulden, geleend geld, persoonlijke lening, hypotheek, etc.
    Let op: niet een hypotheek die in box 1 zit.
  • uitgeleend geld – aan natuurlijke personen, zoals familie, uitgeleend geld.
    Let op: kies 'ander vermogen' voor ander uitgeleend geld, zoals aan een bv.
  • ander vermogen – andere box 3 vermogensbestanddelen.

Het totaal aan uitbetaalde rente gedurende het jaar, na aftrek van (bank)kosten.
 
NB T.z.t. zal de bank deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

Het totaal aan uitgekeerd dividend en ander voordeel uit de beleggingen, na aftrek van (bank)kosten en voor zover dit niet is herbelegd of liquide op de beleggingsrekening staat. Anders is het immers al verwerkt in de eindwaarde hieronder.
 
NB T.z.t. zal de bank/broker deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

Netto inkomsten uit verhuur of verpachten van het vastgoed, zonder aftrek van kosten, deze kunnen hieronder apart opgegeven worden.

Het totaal aan uitgekeerd dividend en ander voordeel uit de investeringen.

Het totaal in dit jaar betaalde rente voor de schulden, geleend geld en/of hypotheek.

Het totaal in dit jaar ontvangen rente voor het uitgeleende geld.

In dit jaar behaalde inkomsten uit dit vermogensbestanddeel, zoals: rente, dividend, huurinkomsten, pacht, etc.
 
Kosten kunnen hier vanaf getrokken worden. Als er alleen kosten zijn, voer deze dan in als negatief getal. Let op: zorg er wel voor dat de kosten maar één maal meegerekend worden. Dus in de 'waarde mutaties' óf hier bij de 'reguliere inkomsten'.
 
Belastingdienst:
''Reguliere inkomsten uit vermogen zijn alle vermogensinkomsten met uitzondering van de inkomsten die het resultaat zijn van een waardestijging van het vermogen. Veel voorkomende reguliere inkomsten uit vermogen zijn rente, dividend, royalty's, huuropbrengsten en andere opbrengsten die voortvloeien uit het (tijdelijk) in gebruik geven van een vermogensbestanddeel aan een ander. Bij het bepalen van de belastinggrondslag voor het heffen over reguliere inkomsten uit vermogen kan rekening worden gehouden met de kosten die zijn gemaakt om de reguliere inkomsten te verwerven.''

naar

Vul bij het eerste bedrag de waarde van de beleggingsportefeuille plus het kassaldo op 1 januari in. En bij het tweede bedrag de waarde van de beleggingsportefeuille plus het kassaldo op 31 december.

Het totaal aan stortingen op en opnames van de beleggingsrekening gedurende het jaar vult u hieronder in achter 'stortingen (+) en opnames (-)'. Daarmee wordt dan het verschil tussen de begin- en eindwaarde gecorrigeerd.

De WOZ-waarde met peildatum 1 januari van het voorafgaande jaar.

NB Voor 2028 moet de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2028 gebruikt worden.

Vul bij het eerste bedrag (achter 'van') de waarde op 1 januari in, en bij het tweede bedrag (achter 'naar') de waarde op 31 december.
 
Let op: het totaal aan aan- en verkopen gedurende het jaar vult u hieronder in achter 'waarde mutaties'. Daarmee wordt dan het verschil tussen de begin en eindwaarde gecorrigeerd.

Jaarlijkse onderhoudskosten en andere periodieke kosten die afgetrokken mogen worden.

NB Niet verbeteringskosten. Deze kunnen pas verrekend worden met de vermogenswinst, bij verkoop, echtscheiding, etc. Zie ook bij "Vermogenswinst" hieronder.

Het totaal aan geldstortingen en opnames gedurende het jaar.
Tel ze allemaal bij elkaar op, stortingen als positief bedrag, opnames als negatief bedrag.

NB T.z.t. zal de bank/broker deze gegevens zelf gaan doorgeven aan de belastingdienst.

De gemaakte vermogenswinst (of verlies) bij bijvoorbeeld verkoop van het vastgoed (de woning), maar ook bij aangaan van een gemeenschap van goederen, echtscheiding, emigratie, overlijden, schenken of overgang naar box 1.

Hierbij is de verkrijgingsprijs gelijk aan de WOZ-waarde op 1 januari 2028, of als het vastgoed later gekocht is, de koopprijs op dat moment.
Verbeteringsinvesteringen mogen hierbij verrekend worden, denk hierbij aan kosten voor toevoegingen aan het vastgoed, zoals een aanbouw van een serre of zonnepanelen.

De gemaakte winst bij verkoop van aandelen / investeringen.

NB Als de aandelen niet meer aan de vereisten voor startups voldoen, zal "sfeerovergang" plaatsvinden. Op dat moment vindt een fictieve vervreemding plaats, waarbij de vermogenswinst of -verlies gezien moet worden, alsof er sprake is van verkoop. Daarna is het een normaal vermogensbestanddeel.

Voor (gedeeltelijke) kwijtgescholden schulden geldt, onder voorwaarden, een kwijtscheldingsvoordeelvrijstelling. Hiermee wordt voorkomen dat de kwijtschelding van een schuld, wat eigenlijk een positieve waardemutatie is, extra box 3 inkomen geeft.

(Gedeeltelijk) kwijtgescholden uitgeleend geld wordt meegenomen als verlies.

Het totaal aan waarde van aan- (+) en verkopen (-) in dit jaar.

Om de waardestijging te berekenen, wordt dit bedrag afgetrokken van het verschil tussen de waarde op 1 januari en 31 december.

Extra vermogensbestanddeel

In box 3 aftrekbare kosten die (hierboven) nog niet zijn meegenomen of verrekend in één van de vermogensbestanddelen.

Box 3 belasting

Als er in het verleden in box 3 een verlies uit sparen en beleggen is ontstaan, kan dat in de toekomst verrekend worden. Vul dan hier het saldo verlies uit sparen en beleggen in.

%

Wat is het (verwachte) belastingtarief waarmee gerekend moet worden?
In het wetsvoorstel wordt 36% genoemd.

Wat is het heffingvrij resultaat wat meegenomen moet worden in de berekening? Dit is het deel van het box 3 inkomen wat niet belast wordt.
In het wetsvoorstel wordt € 1.800 genoemd.
Als het opgegeven vermogen voor fiscaal partners gezamenlijk is, vul dan een dubbel zo hoog heffingvrij resultaat in.

%

De hoogte van de vastgoedbijtelling, een percentage vastgesteld door de overheid
In het wetsvoorstel wordt 3,35% genoemd.

* Invoer is nodig voor de berekening

Meer berekenen

Er zijn in totaal 30 rekentools voor Sparen & Beleggen.

Extra informatie